De hoge eigen zorgbijdrage

Ik geef u informatie over de WLZ, de Wet Langdurige Zorg, waarmee u onverhoopt te maken kunt krijgen wanneer een blijvende opname in een zorginstelling nodig is, bijvoorbeeld ten gevolge van handelingsonbekwaamheid en een hoge eigen zorgbijdrage moet worden betaald. Blijvende opname in een zorginstelling zal overigens beperkt zijn; er wordt gestreefd naar zoveel en zo lang mogelijk zorgverlening aan huis.

Op grond van de WLZ kan dus ook thuis zorg worden verleend op basis van een Volledig Pakket Thuis (VPT) of een persoonsgebonden budget (Pgb). Dit is alleen mogelijk als de zorg thuis verantwoord is en als de kosten niet hoger zijn dan de opname in een instelling.

De zorg aan hulpbehoevenden die daardoor langer thuis moeten/kunnen blijven wonen, wordt grotendeels overgedragen aan gemeenten. Maar een nog veel groter deel van de (huidige) WLZ-zorg wordt onderdeel van de verplichte basisverzekering tegen ziektekosten. Het gaat bijvoorbeeld om geestelijke gezondheidszorg en ook ‘persoonlijke verzorging’, zoals bijvoorbeeld het aantrekken van steunkousen, wondverzorging en andere lijf gebonden zorg van thuiswonende hulpbehoevenden, wordt de verantwoordelijkheid van verzekeraars.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de situatie dat één van beide echtgenoten (tijdelijk) in een zorginstelling moet worden opgenomen en dus wanneer de ander thuis blijft wonen en de situatie dat u beiden, of de langstlevende van u beiden blijvend in een zorginstelling wordt opgenomen.

Voor het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage hanteert men het zogenaamde peiljaarprincipe. Dit peiljaar ligt altijd twee jaar voor de opnamedatum in een zorginstelling. Dus wanneer er bijvoorbeeld in 2025 sprake is van een blijvende opname, kijkt men naar het jaar 2023 voor wat betreft de inkomsten. Men kijkt dan naar het verzamelinkomen dat is opgenomen in uw aangifte Inkomstenbelasting 2023.

Het verzamelinkomen is het totaal van alle inkomsten uit werk, maar meestal pensioen en AOW en uit uw vermogen in Box 3, althans wanneer dit boven de geldende vrijstelling uitkomt van dit jaar € 31.340. De waarde van uw woning is niet opgenomen in Box 3 zolang u zelf in uw woning woont. Dan valt de woning in Box 1 (eigen woningregeling). Maar wanneer u beiden of de langstlevende van u beiden blijvend wordt opgenomen, dan verlaat u uw woning en zal de waarde of verkoopopbrengst daarvan wel als vermogen worden gezien en in Box 3 terechtkomen en dus gaan meetellen voor de berekening van de eigen zorgbijdrage. Deze zal daardoor worden verhoogd.

Een voorbeeld: wanneer een blijvende opname in 2025 zou plaatsvinden dan kijkt men naar het (inkomstenbelasting) jaar 2023 en in 2026 kijkt men naar 2024. In 2023 en 2024 geldt de eigen woningregeling nog, immers u woont dan zelf nog in uw woning en de waarde daarvan is dan dus niet in Box 3 opgenomen. Pas in 2027 kijkt men naar het IB jaar 2025 en wanneer uw woning in de loop van het jaar 2025 is verkocht, dan is de opbrengst als spaartegoed in Box 3 terecht gekomen.

De eigen zorgbijdrage wordt als volgt berekend: de eerste 4 maanden na de opname is de lage bijdrage per maand verschuldigd en daarna de hoge bijdrage per maand. Vervolgens zal, twee of drie jaar na de opname, dus in 2027 of 2028, waarbij men kijkt naar het belastingjaar 2025 of 2026, uw woning of de verkoopopbrengst daarvan in Box 3 van de Inkomstenbelasting zijn opgenomen en daarvan wordt dan 4% bij het inkomen geteld voor de berekening van de hoge eigen bijdrage.

Wanneer uw jaarinkomen hoger is dan € 45.000 per jaar, dan zal de hoge eigen zorgbijdrage altijd de maximale zorgbijdrage bedragen. Uw vermogen verlagen om de hoge eigen zorgbijdrage te verlagen werkt dan niet. Maar wanneer dat het geval is dan kan deze bijdrage hieruit helemaal worden betaald en dan hoeft u in ieder geval uw vermogen hiervoor niet aan te spreken. Is uw jaarinkomen lager dan € 45.000 dan kan schenken ervoor zorgen dat de zorgbijdrage lager wordt.

Daarnaast kan het vermogen nog worden verlaagd wanneer u als langstlevende een hoge eigen zorgbijdrage zou moeten gaan betalen. Uw kinderen hebben immers een vordering gekregen uit de nalatenschap van de eerst overledene van u beiden.

Uw vermogen verlagen kan dus op twee manieren:

  • uw kind of kinderen kunnen hun vordering die zij hebben gekregen na het eerste overlijden van hun ouder eerder opeisen inclusief de bijgeschreven rente (wanneer daarvoor is gekozen in de Aangifte Erfbelasting, zie ook: Praktijkvoorbeeld besparingsmogelijkheid op de erfbelasting. Wanneer u testamenten opstelt dan wordt hierin een clausule opgenomen welke ervoor zorgt dat kinderen hun vordering inclusief de bijgeschreven rente kunnen opeisen wanneer de langstlevende ouder  blijvend wordt opgenomen in een zorginstelling en het hele vermogen niet meer nodig heeft voor het levensonderhoud.
  • door middel van schenken. Na het uitbetalen van de vorderingen kan er berekend worden hoeveel er dan nog geschonken dient te worden om de zorgbijdrage zo laag mogelijk te houden. Bij het schenken moet ervoor worden gewaakt dat er niet meer schenk- dan toekomstige erfbelasting wordt betaald.De schenk- en erfbelasting-tarieven zijn namelijk gelijk, alleen de vrijstellingen zijn anders.

Bij dit alles is het belangrijk dat wanneer u blijvend bent opgenomen in een zorginstelling wegens handelingsonbekwaamheid, er namens u gehandeld kan worden. Dit kunt u regelen met een levenstestament ofwel algehele notariële volmacht, zie ook Levenstestament.

Uiteraard kan ik uw kinderen hierbij ook van dienst zijn. Ik kan precies voor hen berekenen hoeveel zij aan zichzelf kunnen schenken zonder dat er teveel schenkbelasting wordt betaald.

Scroll naar boven