Hoe zit het nu ook alweer met vruchtgebruik/bloot eigendom constructies?
Veel ouders hebben de blote eigendom van hun woonhuis in het kader van estate planning alvast aan hun kind(eren) overgedragen en zich daarbij het levenslang vruchtgebruik voorbehouden.
Voordeel: over waardestijging geen erfbelasting verschuldigd
Het grote voordeel hiervan was dat bij overlijden van de langstlevende ouder, de tussentijdse waardestijging van het huis en de waardeaangroei van de blote eigendom naar de volle eigendom bij de kinderen niet belast was met erfbelasting. Zeker als dit al lang geleden is gedaan toen de huizenprijzen nog relatief laag waren kan dit voordeel hoog oplopen.
Een rekenvoorbeeld
Een rekenvoorbeeld ter verduidelijking: Tjeu heeft in 1996 de blote eigendom van zijn woning overgedragen aan zoon Jan. De waarde van de woning was toen EUR 400.000. De bloot eigendomswaarde, de waarde waarvoor Jan de woning van Tjeu koopt, wordt bepaald door het vruchtgebruik van Tjeu te berekenen en af te trekken van de waarde van de woning. Tjeu was destijds 63 jaar. Aan de hand van leeftijdstabellen in de Successiewet staat hiervoor een factor 10. Deze wordt vermenigvuldigd met een vaste rente van 6%. Dus EUR 400.000 x 6% x 10 = EUR 240.000. De overdracht van de blote eigendom kost Jan dus EUR 400.000 min EUR 240.000 = EUR 160.000.
Tjeu overlijdt in mei 2010 op 76 jarige leeftijd. Het huis is dan EUR 600.000 waard en zijn vruchtgebruik dus EUR 600.000 x 6% x factor 5 (conform leeftijdstabel) = EUR 180.000. De bloot eigendomswaarde van Jan is dan (EUR 600.000 min EUR 180.000=) EUR 420.000. De waarde van het woonhuis is dus met EUR 200.000 gestegen en dat van de bloot eigendom met EUR 260.000. In totaal EUR 460.000 dat onbelast naar Jan vererft!
Maar: sinds 1 januari 2010 wél erfbelasting betalen
Sinds 1 januari 2010 heeft de fiscus hier een stokje voor gestoken. Door intrekking van een Resolutie wordt de waardestijging- en aangroei voortaan belast bij de kinderen als een erfrechtelijke verkrijging. Op deze verkrijging mag wel dat wat destijds voor de bloot eigendom is betaald plus een rente van 6% per jaar in mindering worden gebracht. In het geval van Jan betekent dit dat hij op zijn belaste verkrijging van EUR 460.000, (EUR 160.000 x 6% x 14 jaar =) EUR 134.400 in mindering mag brengen. Hij moet dan over EUR 325.600 erfbelasting betalen. Dit is een bedrag van EUR 49.250!
Dit was voor veel mensen een reden om deze constructie terug te draaien of de woning geheel over te dragen aan het kind en deze voortaan te gaan huren.
Moeten we de constructie terugdraaien? Nee: gelukkig komt er een overgangsregeling!
Inmiddels heeft de staatssecretaris aangegeven dat er in situaties zoals die van Tjeu en Jan alsnog een overgangsregeling zal worden getroffen. Deze houdt in dat er bij het overlijden van de ouder weer mag worden uitgegaan van de waarde van de woning destijds, vermeerderd met de waardestijging vanaf 1 januari 2010 tot het moment van overlijden. Voor Jan betekent dit dat alleen de waardestijging van de woning vanaf 1 januari 2010 tot mei 2010 telt voor de berekening van de erfbelasting. Hiervan zal geen of nauwelijks sprake zijn, dus Jan is geen erfbelasting verschuldigd!
LET OP: is er al aangifte voor de erfbelasting gedaan en staat de aanslag al onherroepelijk vast? Dan kan deze op verzoek toch worden verminderd!
Heeft u het vruchtgebruik al omgezet in huur?
De overgangsregeling zal ook gelden voor die gevallen waarbij het vruchtgebruik is omgezet in een huurovereenkomst. Maar hoezo? De kinderen hebben dan toch al de volle eigendom van de woning en deze vererft dan toch niet meer? Dan valt er toch niets te belasten? Dat dacht u maar!
Leest u snel ons artikel: bloot eigendom-vruchtgebruik omgezet in huur.